We doen het maandag lekker rustig aan. We rijden naar het mooiste plaatsje van het Lechdal, Holzgau. Het is eigenlijk een gehucht met een kerk, supermarkt en wat huizen. Het dorpje is bekend om z'n huizen met beschilderde gevels. De schilderingen zijn goed onderhouden en zien er inderdaad erg aantrekkelijk uit. Holzgau ligt overigens in Tirol, het plaatsje waar wij verblijven ligt in Vorarlberg. Waar het plaatsje nog meer van bekend is, zijn de hangbrug en waterval. Het is de langste gratis toegankelijke hangbrug van Oostenrijk. De brug hangt over de höhenbachtalschlucht. Wij wandelen via de schlucht naar de Simmswasserfall. Een rustige wandeling die door de schaduw van de schlucht ook lekker koel is.
Er zit best veel water in de waterval die in een paar trappen naar beneden dendert door een smalle kloof. Iets voorbij de waterval drinken we een apfelschorle met daarbij voor Syl een taartje en voor Pat een apfelstrudel, de eerste van de vakantie. Het taartje en strudel blijken zo groot dat we meteen lunch hebben gehad. We wandelen verder richting de hangbrug, eerst een stuk omhoog door het bos en langs een kaarsrechte afgrond. Eenmaal bij de brug zien we hoelang het gevaarte is. De brug hangt 110 meter boven de rivier en is 200 meter lang. Gelukkig is het rustig en waait het niet, deze bouwwerken kunnen behoorlijk schommelen. Gelukkig valt dit mee en trotseren we het gevaarte, waarbij we proberen onderweg van het uitzicht onder ons te genieten.
We doen een boodschapje in Holzgau en rijden weer onze bergpas op naar huis. Daar kijken we wat TV en Syl maakt een pasta. Als het eenmaal donker is, is het ook meteen pikdonker. Als de maan nog niet boven de berg achter ons appartement uit is hebben we een vrijwel perfect uitzicht op de sterrenhemel. Het is bijna perfect, want we zien de melkweg wel, maar nog net niet helder genoeg. Toch blijft het zien van onze eigen melkweg een wonderlijk uitzicht. Dinsdag lukt het ons om helemaal niets te doen. Vaak zijn we te onrustig en willen we dingen zien, vandaag zijn we verstandig en blijven we lekker in ons penthouse.... Nouja, we hebben het geprobeerd in ieder geval. Om half 4 willen we toch nog even een korte wandeling maken, dat doen we boven het dorp. Dat was het dan ook meteen weer, we houden onszelf toch aan de afspraak om verder niets te doen, best moeilijk hoor.
We zijn op woensdag wel weer uitgerust en gaan lekker de bergen in. Het plan is om met de Steffisalpbahn naar 1884m te gaan, om daar een apfelschorle te drinken bij de Hochalphütte. De Hochalphütte, is de hoogst gelegen berghut van Warth op 1991m. Als we daar eenmaal zijn, besluiten we nog wat verder te lopen. Als we nog wat verder zijn gelopen besluiten om naar de Körbersee te gaan, deze plek is in 2007 uitgeroepen tot de mooiste van Oostenrijk en ligt op 1654m. We waren hier vorig jaar ook en het is inderdaad een mooi plekkie. Eerst gaat het weer kneiter steil omhoog tot een bergstation waar 3 skiliften samenkomen op 2044m. We zullen daarna dus ook weer een heel stuk moeten dalen waarbij we op sommige momenten over een rotsachtig pad steil afdalen, nou dat is geen favoriet van Pat. Een tikkeltje bezweet (Pat dan) komen we aan bij de Körbersee. Het is een populair meer waar zelfs op een woensdag middag veel mensen op af komen.
Nu, na al die tijd in de zon met steigen en dalen zijn we wel toe aan een lunch. Omdat het zo druk is, lijkt het onmogelijk een vrije tafel te vinden bij Berghotel Körbersee. Met wat geluk komt er toch een plaatsje vrij. We verplaatsen de parasol zo dat we net in de schaduw zitten om wat af te koelen. We bestellen weer apfelschorle en wat te eten. Om ons heen beginnen allerlei mensen zich te verzamelen voor het beste uitzicht op de Körbersee, laat dat nou net per ongeluk de plek zijn waar wij zitten. 1 voor 1 komt er iemand bij ons aan tafel zitten, totdat er zo'n 8 mensen om ons heen zijn aangesloten. We voelen ons niet erg gemakkelijk, dus Pat, die toch nog een beetje in de war is van de rotsachtige afdaling, vriendelijk aan een medewerker vraagt of we niet binnen kunnen zitten? De man zegt: paẞt, wat niets anders beteken dan. 'Ja hoor, dat kan'. Het is schijnbaar een woord in het lokale dialect, want vorig jaar hadden we via Whatsapp al contact met ons onderkomen waarbij elke vraag werd beantwoord met 'paẞt'.
Het is een half uur lopen naar het dichtstbijzijnde busstation waar we net op tijd zijn voor de bus. In de bus koelen we af, thuis douchen we en drinken een biertje op een terras in Warth. Donderdag is onze laatste dag in Warth. We nemen de auto naar het plaatsje Schröcken om daar een korte wandeling te maken. Het plaatsje is nog kleiner dan Warth. Buiten de kerk en het gemeentehuis staan er alleen wat pensions en woningen. Dit is de plek waar de haarspeldbocht aan de berg hangt, dus die bekijken we nu van dichtbij nadat we eroverheen zijn gereden. De wandeling is heel kort, dus terug in de auto, de gekke haarspeldbocht op om daarna de auto te parkeren. We drinken een apfelschorle met uitzicht op de bergen rondom en wederom de gekke haarspeldbocht. ’s middags pakken we de tassen in de auto en doen we verder niet veel. De volgende dag willen we vroeg vertrekken, het is ongeveer 10 uur rijden naar Nederland.
Tot ziens in Kuttingen