Vrijdag 14 juni vertrekken we van camping Breithorn, het was qua ligging en omgeving veruit de mooiste camping waar we hebben gestaan. Daarnaast waren de eigenaren zo super aardig dat het meteen ook de leukste camping was sinds we De Pep hebben. We nemen afscheid en rijden in een uur naar onze volgende camping, camping Grimselblick in Innertkirchen. De weg erheen is voornamelijk langs de Brienzersee en alhoewel de wolken laag hangen is het toch mooi rijden. Vlak voor Innertkirchen moeten we even een pasje over met wat lekkere haardspeldbochten, geen probleem natuurlijk. We hadden per mail al contact gehad met Rita en gevraagd of het goed was als we vroeg zouden aankomen, dat is prima als het dan wel voor 12.30 uur is want dan moet ze eten koken voor haar man.
Dus we rijden keurig op tijd om 12 uur de camping op waar Rita ons van alles over zichzelf vertelt en alsnog te laat aan het eten voor haar man begint. Wij nemen lekker de tijd om de Pep neer te zetten, luifeltje eraan, water gevuld enz enz. ’s Middags lopen we door het mini dorp en doen wat boodschappen. Er wordt gekookt en het blijkt dat we onze TV aangesloten krijgen op de wifi en dat alleen Netflix het doet. We zoeken dus een nieuwe makkelijke serie uit en kijken een paar afleveringen. Het regent trouwens vandaag.
Ook als we zaterdag opstaan regent het nog. Nou ja, rustig aan dan maar, het is tenslotte vakantie. We lopen naar de lokale supermarkt en kopen een heerlijk knapperig bruin brood voor de brunch. In de middag klaart het wat op en stappen we in de auto naar het authentiek Zwitserse dorpje Brienz. De ligging is geweldig aan de Brienzersee omgeven door bergen en watervallen. Er is een boulevard waarover we een stuk langs het meer wandelen tot aan de het oudste deel van Brienz. Daar staan typisch Zwitserse huizen met heel donker houtwerk, balkonnetjes en bloemen eraan. Soort van Oostenrijks maar veel donkerder, erg mooi. We slenteren een tijdje tussen deze huizen door en hebben dan wel koffie verdiend. Het blijkt dat ze huisgemaakte “Schnitten” hebben en dus delen we de lokale variant van de tompouce, heerlijk! Net zo kliederig te eten als in NL natuurlijk maar wel wat minder zoet. We keren terug naar de auto en rijden over een bergpasje terug, waar Syl in de tunnel een bocht van 180 graden draait en vervolgens buiten de tunnel daar nog even door mee moet gaan. Lekker hoor. We rijden langs het dorp Meiringen en doen bij de Migros boodschappen, dat blijkt net wat goedkoper te zijn dan onze lokale Vogl supermarkt. De prijzen zijn in Zwitserland wel hoger dan in NL maar nou ook weer niet zoveel hoger dat we er echt van schrikken. Natuurlijk zijn er hele dure producten te koop maar als je even wat verder kijkt in het schap is er vaak ook een goedkopere variant te vinden en als je ook nog op de aanbiedingen let, wat bij vlees wel echt aan te raden is, kun je voor ongeveer dezelfde prijs als in NL eten. Ook uit eten is wel wat duurder dan bij ons maar ook dat scheelt hooguit 10%.
Eenmaal terug op de camping blijken we in een winderig stukje van het dal te zitten, de koude wind waait ons recht in ons gezicht maar gelukkig kunnen we windvrij binnen zitten. We hebben buren gekregen, een Engelse familie met een volledig volgestouwd VW busje. Een soort moderne hippies met 2 kinderen en een enge hond. Gelukkig breken ze de volgende dag de boel weer af.
Zondag is het weer helemaal opgeklaard en kunnen de wandelschoenen weer aan. We stappen de camping af en een kwartiertje later staan we voor de Aareschlucht. Voordat we daar aankomen valt ons oog op het treinstation Aareschlucht Ost, dat blijkt in een tunnel te zijn. Je koopt je kaartje in een automaat die tegen de rotswand aan staat, drukt op een knop zodat de trein weet dat je wacht, wacht op het perron buiten en als de trein stopt schuift er een deur open in de rotswand en kun je de trein instappen. Nog nooit gezien. We lopen de Aareschlucht binnen die best druk bezocht is. Het eerste deel is nog vrij breed maar het wordt al smaller en smaller en het water onder ons kolkt en klotst lekker tegen de uitgesleten rotswanden. Na een half uur over plankieren langs de rotswand te zijn gelopen moeten we een stukje door een tunnel waarna we achter een watervalletje weer langs de rotswand kunnen lopen. Uiteindelijk wordt de smalle kloof weer breder en komen we bij het visitor center, we kopen er een frisdrankje en gaan even op het terrasje zitten. Niet veel later lopen we in 20 minuten naar de Reichenbachfälle. Een grote waterval waarlangs een treintje is gebouwd. Voor Sherlock Holmes liefhebbers; dit is de waterval waar hij aan zijn eind is gekomen en dat is terug te zien in een expositie over Sherlock Holmes. Wij kennen de boeken niet zo goed dus lopen voorbij de expositie en beginnen aan een steile klim naar boven. Over trappen en rotsachtig terrein komen we helemaal bovenaan de waterval terecht en lopen er over een hoge brug overheen. We genieten even van het uitzicht en beginnen aan de terugweg naar de camping. We dalen een retesteile bosweg af en lopen vervolgens parallel aan het Haslidal langs de bergwand. Het uitzicht is natuurlijk geweldig op de ons omringende bergen. We komen langs een koelkast met bergkaas en ruilen een paar Franken voor een lekker stukje kaas. Even later lopen we door een weide met koeien die wel heel dichtbij staan, we besluiten aan de andere kant van het schrikdraadje te gaan lopen, helden. Na nog een half uurtje lopen we de camping weer op. We hebben heerlijk gewandeld en vinden het ook erg leuk dat dit gewoon vanaf de camping kon. Aan het eind van de middag lopen we naar Hotel Hof+Post waar we op het terras wat eten en drinken. Pat eet een Walliserschnitzel, een schnitzel (niet gepaneerd) met tomaten en kaas uit de oven. Smaakt prima!
De regels op campings in Zwitserland zijn op de 2 campings waar we verbleven iets anders dan we gewend zijn. Er zijn geen vaste plaatsen, de eigenaar vertelt heel duidelijk waar en hoe je moet gaan staan. Zo kan het gebeuren dat er een auto tussen 2 caravans wordt gezet, het past eigenlijk niet maar de eigenaresse vindt van wel. Achter ons komt een eenzame dame in haar auto te staan. Bij mooi weer zit ze achter de auto, later zit ze erin. Toch wat vreemd voor ons. Ook de regel dat je een huisje om je caravan mag bouwen voor bewoning. Zo zien we schattige houten huisjes staan, waar bij nader onderzoek een caravan in blijkt te staan.
Nog wat feitjes; we zien op het platteland, in de bergen houten schuurtjes staan op blokken. Het lijkt of zo'n schuurtje zweeft en zo in kan storten. De schuurtjes werden op blokken of ronde stenen gezet om ongedierte buiten te houden. Dan de prijzen van treintjes, gondels en ander soort liften om personen berg op en ook weer berg af te brengen. Die prijzen zijn soms schrikbarend hoog dat we er maar een keer gebruik van hebben gemaakt. Tunnels, overal tunnels. Die Zwitsers blijven maar graven, graven is wat ze graag doen. Dwars door een granieten berg, geen probleem. Een 2 baans weg van 5km en dat 2 kanten op, geen probleem. Een treinstation in een berg, kunnen ze ook. Meerdere voetganger tunnels zodat toeristen een kloof kunnen bezoeken, de Zwitser graaft wel. Zwitsers hebben blijkbaar niets met moderniseren. Veel gebouwen zijn 100 jaar oud, zo ook de inrichting. Vaak lijkt het dannog in orginele staat, voor ons natuurlijk erg leuk om te zien.
Het is maandag 17 juni, een mooie dag voor het Rosenlauital. We worden gewaarschuwd voor de weg naar boven, het is nogal bochtig en smal. En de Postbus rijdt er ook en heeft altijd voorrang. We maken ons er niet zo druk om en rijden de mooie weg omhoog. We komen inderdaad de bus tegen en het is inderdaad smal, toch lukt het ons om het dal te bereiken. Een prachtig groen dal met een paar boerderijtjes en op de achtergrond van die hele hoge bergen met wat sneeuw. In het dal is een gletcherslucht, de gletscher zelf is inmiddels zo goed als verdwenen. De kloof is heel erg mooi en lekker rustig. De kloof is te bewandelen via bruggen, trappen en, je raad het al, via vele tunnels. Het gaat best steil omhoog, dus we zijn constant buiten adem, niet zo gek met 190 meter stijgen. We beginnen de kloof bij een waterval, er zit veel water in. In de kloof klotst en kolkt het er ook behoorlijk wild aan toe. Op verschillende plekken zijn de wanden helemaal glad geworden door de grote hoeveelheid water en natuurlijk miljoenen jaren gletscherijs. Aan het einde van de kloof willen we nog verder lopen door het bos naar boven, maar Pat besluit na een tijdje hier geen zin meer in te hebben. Eenmaal beneden drinken we een bakkie koffie met een taartje, dat hebben we wel verdiend. We kunnen nog iets verder het mooie dal inrijden, dan houdt de weg voor ons op. Vanuit hier gaat er alleen nog een bus over de bergpas naar Grindelwald. Aangezien een retour met de bus €65 kost besluiten we terug te rijden naar de Pep om daar te lunchen.
Eerder deze week hadden we al gezien dat het dinsdag mooi weer gaat worden, dus een mooie dag om de Matterhorn te gaan bekijken. Vanuit Zermatt zou deze iconische berg goed te zien zijn, Zermatt is 118km van de camping. De rit ernaartoe is geweldig en gaat via de Grimselpass. Zo'n typische spectaculaire bergpas met 1000 watervallen, 4000 haarspeldbochten en kilometers sneeuw. De rit naar boven is best intensief, maar zeer de moeite waard. Bovenop de pas, op 2165 meter staan een paar hotels. Vanaf hier is het uitzicht rondom overweldigend, maar we zien de Matterhorn nog niet. We rijden de pas aan de andere kant naar beneden en zijn nu in Wallis, waar we elkaar hebben leren kennen. Het is nog een hele rit naar Täsch waar we de auto parkeren, Zermatt is autovrij en alleen per trein te bereiken. We zijn 2,5 uur onderweg geweest en hebben nog geen Matterhorn gezien. Het ritje met de trein duurt een kwartiertje, als we er bijna zijn zien we dan toch de iconische bergpiek.
Pat heeft op Internet een mooi uitzichtpunt gevonden waar we heen wandelen. Het is 20 minuten steil de berg op. Vanaf hier hebben we mooi uitzicht over het dal waar Zermett in ligt en over het plaatsje zelf. De bergpiek van de Matterhorn torent hier hoog bovenuit met z'n 4478 meter. Het topje van de berg wordt door Toblerone gebruikt, de chocolaatjes hebben dezelfde vorm. Pat kan het niet laten om een Toblerone samen met de Matterhorn op de foto te zetten, hij is niet de enige. We hebben enorm geluk met het weer want er liggen geen wolken om de bergpiek. We zitten een tijdje voor ons uit te staren en zorgen ervoor dat dit beeld goed wordt opgeslagen in ons geheugen. Tijd voor lunch. Zermatt is heel toeristisch, dus een restaurantje vinden is niet zo moeilijk. Na de lunch banjeren we nog wat door het dorpje, maar dat houden we snel voor gezien. Omdat het een autovrij dorp is rijden er alleen elektrische karretjes van de gemeente en de hotels rond. Ze rijden ook door de winkelstraat af en toe toeteren ze, de toeter maakt dan het geluid van een murmeltier. De piek van Matterhorm zit intussen in de wolken. Onze lange rit hiernaartoe was niet voor niets en echt de moeite waard. We stappen weer in de auto om de lange rit terug te gaan maken.
De weg terug is netzo indrukwekkend als de heenreis. We komen weer over de Grimselpas waar we deze keer wat langer stoppen om een Croute te eten. Dit kennen we nog van het skieën in Wallis. Het is eigenlijk gewoon een tosti, gebakken in een schaaltje. Vanaf de Grimselpas hebben we uitzicht op de Furkapas en stukje van de Rhonegletscher. Deze gletsjer kwam vroeger tot onder in het dal tot het plaatsje met de naam Gletsch. De Furkapas gaat op ons verlanglijstje voor een volgende keer Zwitserland. De duiken de pas weer af richting Innertkirchen, het mini Alpendorp waar de Pep staat. Onderweg komen we langs vele van dit soort ieniemienie Alpendorpjes met hun typische huizen gemaakt van donker hout, het ziet er allemaal erg idyllisch uit.
Als we weer op de camping aankomen halen we de luifel binnen omdat het best hard waait. Woensdag doen we niets, het is bedrukkend warm en we hebben ook wel een rustdag verdient.
Dit was onze laatste dag in Zwitserland, we besluiten 2 dagen eerder te vertrekken, daarover later meer.
Tsjuus